• Grensoverschrijdend en ongewenst gedrag komt jaarlijks vaker voor in de sport, dan wij denken. Voor ons geldt: iedere zaak van grensoverschrijdend gedrag is er één te veel! Een veilige omgeving is voor iedereen binnen de club noodzakelijk. Wij voeren daarom actief beleid om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan en bespreekbaar te maken binnen onze vereniging.

    Dit beleid is conform de richtlijnen van de NOC*NSF (www.centrumveiligesport.nl) opgesteld. Het beleid bevat gedragsregels die voor ieder in onze club gelden, een meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag en richtlijnen voor de aanname van nieuwe vrijwilligers. Voor elke trainer, coach, bestuurslid en begeleider van activiteiten is het verplicht om een verklaring omtrent gedrag (VOG) aan te vragen via de vertrouwenscontactpersoon (VCP). Hiermee bewaken wij de integriteit en veiligheid van en binnen de vereniging. Onder integriteit verstaan we open, eerlijk, betrouwbaar en transparant handelen en communiceren.

    Gedragscode Schaarweide: UHC, Fortuna ‘74 en Harava

    In de gedragscode staan de regels die wij als vereniging hanteren voor ieder die betrokken is. Naast dat het essentieel is dat men zich hieraan houdt, is het belangrijk dat anderen hierop gewezen worden.

    1. Ik discrimineer niet: ik accepteer en respecteer de ander zoals diegene is.
    2. Ik val anderen niet lastig.
    3. Ik berokken de ander geen schade op welke manier dan ook.
    4. Ik gebruik geen geweld, ik bedreig anderen niet, ik neem geen wapens mee.
    5. Ik kom niet ongewenst dichtbij en raak anderen niet aan tegen hun wil in.
    6. Ik geef anderen geen ongewenste seksueel getinte aandacht.
    7. Ik stel geen ongepaste vragen en maak geen ongepaste opmerkingen over iemand zijn persoonlijk leven of uiterlijk.
    8. Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen.
    9. Ik neem geen deel aan pesten, uitlachen of roddelen. Dit geldt zowel offline als online.
    10. Ik negeer anderen niet.
    11. Ik houd rekening met de grenzen die een ander aangeeft, zowel verbaal als non-verbaal.
    12. Ik maak op geen enkele wijze misbruik van mijn machtspositie.
    13. Wanneer iemand mij hindert, of lastig valt, dan vraag ik diegene hiermee te stoppen. Helpt dat niet, vraag ik een ander om hulp.
    14. Ik help anderen om zich ook aan deze afspraken te houden en spreek degene die zich daar niet aan houdt erop aan en meld dit zo nodig bij het bestuur of de VCP.

    Gedragsregels NOC*NSF Seksuele intimidatie in de sport

    De sportbonden in Nederland nemen seksuele intimidatie zeer serieus. NOC*NSF heeft gedragsregels voor sportbegeleiders en sporters opgesteld. Deze regels zijn door alle landelijke sportbonden onderschreven. Ze zijn gemaakt om de risico’s op ongewenst seksueel gedrag te verkleinen en ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Ze zijn direct bij Fortuna ’74, Harava en UHC van toepassing zoals beschreven in de Blauwdruk tuchtrecht seksuele intimidatie in de sport door de NOC*NSF.

    Gedragsregels begeleiders in de sport

    1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
    2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast.
    3. De begeleider dringt niet verder in het privéleven van de sporter door dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
    4. De begeleider meldt een affectieve relatie met een sporter direct bij het bestuur. De melding wordt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behandeld. De begeleider komt de afspraken die met het bestuur zijn gemaakt, ten aanzien van de relatie, na.
    5. Bij een affectieve relatie is het de taak van de begeleider om ervoor zorg te dragen dat de normen van professionaliteit en onpartijdigheid blijven gehandhaafd.
    6. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
    7. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
    8. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
    9. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
    10. De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
    11. De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
    12. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook aanvaardt de begeleider geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
    13. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
    14. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.

     Tot slot: De begeleider dient zich te realiseren dat het begrip afhankelijkheid of het uitoefenen van macht niet alleen betekent het direct kunnen verlenen van gunsten waardoor de betrokken sporter in een voordeligere positie komt te verkeren ten opzichte van andere sporters, maar ook verminderde zelfregie kan betekenen. Onder verminderde zelfregie wordt verstaan het niet althans onvoldoende kunnen maken van eigen keuzes en het onvoldoende kunnen beschikken over eigen kracht om zelf oplossingen te verzinnen voor problemen en een gebrek aan zelfredzaamheid.

    Deze Gedragsregels begeleiders in de sport zijn vastgesteld door de Algemene Vergadering van NOC*NSF d.d. 15 november 2011 en aangepast d.d. 14 mei 2018.

    Gedragsregels sporters onderling

    1. De sporter draagt bij aan een omgeving en een sfeer waarbinnen andere sporters zich veilig voelen.
    2. De sporter bejegent andere sporters met respect en op een wijze, zodat niemand in zijn waardigheid wordt aantast.
    3. De sporter onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover andere sporter(s).
    4. De sporter mag een andere sporter niet tegen de wil op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
    5. De sporter zal ook tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen met respect omgaan met andere sporters.
    6. De sporter zal een andere sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling seksuele tegenprestaties te verlangen.
    7. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de meerderjarige sporter in de geest hiervan te handelen.

    Deze Gedragsregels sporters onderling zijn vastgesteld door de Algemene Vergadering van NOC*NSF d.d. 14 mei 2018.

    Hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag

    De begeleider heeft niet alleen een voorbeeldfunctie in het juist en integer handelen. De begeleider staat ook voor het voorkomen, signaleren en het aanpakken van grensoverschrijdend gedrag. De leden van de club dienen dit voorbeeld op te volgen. Wordt er grensoverschrijdend gedrag geconstateerd, dient de begeleider en/of lid maatregelen te nemen. Hierbij dient diegene de overweging te maken of een gesprek met de perso(o)n(en) in kwestie voldoende is, of dat het nodig is om melding te maken bij het bestuur of VCP. De VCP kan advies geven in deze overweging en in passende maatregelen. Een passende maatregel is in evenwicht met de mate van het grensoverschrijdend gedrag.

    Aannamebeleid begeleiders/vrijwilligers

    UHC hanteert een aannamebeleid voor begeleiders en vrijwilligers om zo een beeld te krijgen van aan te nemen persoon, die kinderen gaat begeleiden of tot het bestuur toe zal treden. Tevens informeren we hiermee de aan te nemen persoon expliciet over onze gedragsregels. Het aannamebeleid bestaat uit:

    • Een kennismakingsgesprek met de begeleider/vrijwilliger door een bestuurslid / lid Technische Commissie;
    • Het aanvragen van een Verklaring Omtrent Gedrag voor aanvang van de begeleiders/vrijwilligersperiode;
    • Bekend maken met de bij ons geldende gedragsregels.

    Naast het aannamebeleid blijven de bestuursleden en Technische Commissie (TC) nauw betrokken. De gang van zaken van iedere begeleider en vrijwilliger blijft inzichtelijk. Bestuursleden en TC zijn frequent aanwezig bij bijvoorbeeld wedstrijden of trainingen waarbij het gedrag gecontroleerd kan worden.

    Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

    Wat is een VOG?

    Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat het justitiële verleden van een persoon of rechtspersoon geen bezwaar vormt voor de functie of het doel waarvoor de VOG is aangevraagd. Justis (de screeningsautoriteit van het ministerie van Justitie en Veiligheid) is de enige instantie die de VOG-aanvragen behandelt en de VOG afgeeft.

    Waarom is een VOG belangrijk?

    Het is belangrijk dat iedereen, met name minderjarigen en andere kwetsbare groepen, in een veilige omgeving kunnen sporten. De VOG is één van de maatregelen hiervoor te nemen. Het verplicht stellen van een VOG geeft meer zekerheid over het verleden van nieuwe begeleiders en vrijwilligers.

    VOG aanvraag

    De vertrouwenscontactpersoon of gelieerd bestuurslid van UHC neemt de eerste stap voor het aanvragen van een VOG voor haar rekening. Dit geschiedt middels een digitaal proces bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De volgende gegevens van de begeleider/vrijwilliger worden ingevuld: volledige naam, e-mailadres en geboortedatum. De persoon in kwestie ontvangt een e-mail met een link naar het persoonlijke aanvraagformulier. Hij of zij kan met DigiD inloggen en het formulier verder invullen. Het Ministerie beoordeelt de aanvraag en na goedkeuring ontvangt de persoon in kwestie de VOG per post thuis. Hij of zij overhandigt de VOG aan de vertrouwenscontactpersoon. Zij houdt deze in beheer.
    Via deze weg is de VOG gratis voor begeleiders/vrijwilligers van UHC.

    Vertrouwenscontactpersoon

    UHC, Fortuna ’74 en Harava delen hun vertrouwenscontactpersonen onder “Vertrouwenscontactpersonen Schaarweide”. Zij zijn het eerste aanspreekpunt binnen de verenigingen voor iedereen die een vraag heeft over, of te maken heeft met grensoverschrijdend gedrag en hier in vertrouwen met iemand over wil praten.

    Contactgegevens:
    Sam Sommerdijk: vcp@fortuna74.nl
    Annemarie Gooiker: vcp@vvuhc.nl
    Bas van Duifhuizen: vcp@harava.nl